Roadblocks and deathroads

7 april 2013 - Cusco, Peru

Het is alweer en tijdje geleden sinds ons laatste update. Bolivia hebben we achter ons gelaten en we zitten nu in Peru, Cusco om precies te zijn.

Het laatste blog eindigde in Sucre. Hier zouden we een week Spaanse taallessen nemen. Dit was een leuke ervaring, de lerares, Gavy, was bekwaam en erg aardig. Met een klein weekje les spreken we nu vloeiend Spaans ;). Sucre is een mooie rustieke stad waar alle huizen wit zijn. Ook kwamen we de eerste dag in het hostel toevallig twee teamgenoten van Guus tegen die in hetzelfde hostel verbleven, Jim en Leander. Ze bleven die week ook in Sucre en hadden les in dezelfde school. In een week Sucre hebben we het heerlijk rustig aangedaan en vooral veel en goedkoop gegeten, onder andere papas combate (patatje oorlog). 

Na Sucre vervolgde de reis zich naar La Paz, waar Sucre de officiele hoofdstad is, omdat hier de onafhankelijkheid van Bolivia werd getekend, is La Paz de officieuze. Hier zetelt de regering en het parlement. De stad vormt een enorm contrast met Sucre, waar Sucre redelijk mooi en rustiek is, is la Paz voordal druk en vies. Honderden microbusjes razen zich een weg over de drukke wegen en de huizen reiken tot ver op de bergen aan de randen van het vallei waarin La paz zich bevindt.

In La Paz bezochten we de wedstrijd Bolivia-Argentinie, een kwalificatiewedstrijd voor het wk in Brazilie. Dit was een erg leuke ervaring, wij kwamen helaas te zitten in het Argentijnse vak omringd doort Israeliesche toeristen met Argentinie-shirts. Met de paar Bolivianen hopen we, met de Bolivia-vlag geschminkt op onze wangen en Guus in een Bolivia-shirt, dat Messi een keer verliest. Dit had best kunnen gebeuren. Bolivia begon vel en kreeg veel kansen. Messi en co. hadden zichtbaar last van de hoogte. Het stadion ligt op 3800 meter boven de zeespiegel. Messi schijnt in de rust zelfs gekotst te hebben en was af en toe zichtbaar buiten adem na een paar geniale dribbels. Argentinie maakte vlak voor rust echter gelijk en ging na rust met 8 man achter de bal spelen. Het bleef dus bij 1-1.

De volgende dag gingen we vanuit La Paz de death road doen. Dit is een bergweg waar vroeger ook veel autos en vrachtwagens reden, inmiddels is er een andere weg en is er veel minder gemotoriseerd vervoer, maar wel veel toeristen die met mountainbikes langs ravijnen en door watervallen zich een weg naar beneden racen. Het was in het begin wat eng, maar naarmate we beter werden met de mountainbikes op het grindpad gingen we veel sneller en was het een geweldige tour. Op de terugweg reden we langs een controlepost van de politie waar we een korte stop maakten om wat biertjes te kopen voor onderweg. Een Frans meisje uit ons gezelschap had een lege fles bier uit het restaurant meegenomen en die wilde ze inleveren bij een van de vele kraampjes. Het was heel normaal om bier te kopen hier, veel locals deden dat ook. Desondanks besloot de dikke opgezwolle politie-chef van dienst met 20 kilo aan cocabladeren in zijn muil dat we een bus vol dronkelappen waren en verwees naar een wetsartikel waarbij het blijkbaar verboden is om te drinken tijdens het reizen.Hij verweet ons ook dat we bier door de ruiten van de bus weg probeerden te moffelen, wat pertinent onwaar was. Hij maakte fotos van de bus en we mochten niet vertrekken. De gids stond er wat verloren bij en vertelde dat hij dit nog nooit had meegemaakt en dat hij die hijo de puta niets zou betalen. Bij het inleveren van een paar ongeopende blikjes bier kregen Guus en een medepassagier nog een hele preek van de agent, als hij in ons land was zou hij zich ook aan de wet houden, dat het verboden is om dichte blikjes bier te vervoeren in een busje leek ons vrij onwaarschinlijk maar volgens de agent kon hij ons allemaal een nacht in de cel bezorgen, helaas had hij nu even niet genoeg celcapaciteit. Na een uur, hij zei eerst dat de hele bus tot de volgende ochtend moest blijven staan om te ontnuchteren, liet hij ons toch maar gaan, de gidsen moesten wel per passagier 15 Bolivianos betalen, waarna hij demonstratief de bierblikjes in een lege ton deed. Waarschijnlijk hebben hij en zijn collegas er die avond goed van gedronken. Only in Bolivia.

De volgende dag zouden we vroeg worden opgehaald om naar Copacabana te reizen, niet het beroemde strand in Rio, maar een kustplaats aan het Titicaca-meer, het grootste meer op aarde dat op hoogte ligt. Helaas waren er roadblocks op de wegen van La Paz naar Copacabana waardoor we niet werden opgehaald. Roadblocks zijn een veelvoorkomend fenomeen in Bolivia, als mijnwerkers of campesinos het ergens niet mee eens zijn blokkeren ze een belangrijke weg om hun zin te krijgen.  Dit keer ging het om het feit dat bestuurders van bootjes de prijs van een overtocht hadden verhoogt van 1,5 naar 2 bolivianos. een verhoging van omgerekend ongeveer 5 cent, maar voor de arme mensen van het platteland een behoorlijk bedrag. Ze eisen nu een brug en blokkeren heel Copacabana totdat de regering hiermee instemt.

Voor ons was dit natuurlijk vervelend, maar we dachten de boel te slim af te zijn door een omweg te maken. Eerst naar de grens met Peru in een gedeelde taxi, toen weer naar een andere grenspost aan de andere kant van Copacabana. Hier bleek echter dat de weg aan die kant ook was geblokkeerd en we van de grens 8 kilometer moesten lopen (met volledige backpacks) om in Copacabana te komen. Na een loeizware, maar mooie wandeltocht langs lago Titicaca en langs ezels, koeien, cocavelden, verbaasde lokals, knorrende varkentjes en natuurlijk de roadblocks, bestaande uit omgezaagde bomen, stenen en hopen aarde, kwamen we aan in Copacabana. Wij natuurlijk erg blij, maar helaas bleek dat in Copacabana de haven ook geblokkeerd was waardoor er geen boten gingen naar Isla del Sol, het belangrijkste doel. In Copacabana, een stad die normaal barst van de toeristen, waren nu de meeste restaurants en hostals dicht en waren er ook nauwelijks toeristen. Wel waren er veel pelgrims, die vanwege pasen en pelgrimstocht te voet hadden gemaakt vanuit La Paz (150 km!). Er was dus niet veel te doen in Copacabana, en na drie nachten besloten we een gok te nemen. Het scheen mogelijk om een wandeling van 4 uur te maken naar een klein dorpje, Yampupata, en vandaar de boot te pakken. Hier waren de wegen ook geblokkeerd dus wandelen was de enige optie. Gelukkig konden we onze backpacks achterlaten in het hotel. Na de wandeling van vier uur was er gelukkig een inwoner van het dorp die een boot had en ons voor 4x de normale prijs wilde overzetten naar Isla del Sol. We kwamen aan in het noorden van het eiland, hier was het nog erger uitgestorven dan in Copacabana. Er waren alleen twee Argentijnse toeristen die al drie weken in een tent op het strand bivakkeerden en niet meer weg konden. In het dorpje waren alle restaurants dicht en lunchen was niet mogelijk ( onze luch bestond uit een snicker, chips en water), wel kon 1 restaurant savonds opengaan als ze zeker wist dat we kwamen. Eerst gingen we nog een inspannende wandeling maken naar de bekendste ruines van het eiland. De wandeling was erg mooi, ook omdat er geen enkele toerist was, ook hoefden we geen entree te betalen bij de ruines. De Inkas geloofden dat op dit eiland de zon was geboren en ook dat de eerste leider van de Inkas hier door de zon gemaakt werd, later zou hij de heilige hoofdstad Cusco stichten. Terug in het dorpje aten we wat en vonden gelukkig een slaapplaats (een kale kamer met 2persoonsbed en een tafel). De volgende dag maakten we een wandeling van het noorden van het eiland naar het zuiden. Erg fascinerend om te zien dat een eiland dat normaal knapt van de toeristen nu helemaal uitgestorven was en het dagelijks leven een heel andere wending nam. De wandeling langs rotsen op het prachtige eiland was ook extra fantastisch omdat er geen andere wandelaars waren. Aangekomen in het zuiden bleek er een boot met lokals en wat Fransen, met ons en de twee Argentijnen de laatste toeristen op het eiland het erop te wagen en naar Copacabana te gaan. Wel koste het erg veel, maar het vooruitzicht niet 4 uur terug te moeten wandelen was fijn. Zo kwamen we terug in Copacabana waar na het vertrek van de laatste pelgrims helemaal niks meer te doen was. Ook de geldautomaat werkte niet meer dus we moesten snel weg, snel naar Peru! Het was erg veel moeite om naar Isla del Sol te gaan maar het was het zeker waard! Vooral de verbaasde gezichten van andere reizigers die het hebben laten schieten omdat ze dachten dat het niet kon. Inmiddels zijn we in Peru, we gaan binnekort (maandag) 5 dagen naar de jungle! In het volgende blog onze belevenissen hier!

 

Foto’s

7 Reacties

  1. Afita Y Enrique:
    7 april 2013
    GEWELDIG!!!! En wat een mooie foto's Thanks xxxx
  2. Bert van Schaaijk:
    7 april 2013
    Wat je met een beetje inventiviteit en doorzettingsvermogen kunt bereiken. Jullie zijn Super. En de reis ook! xxx
  3. Chris:
    7 april 2013
    Zelfs als het maar ff tegenzit, is het leuk om op reis te zijn!! Altijd iets te beleven.
    Weer leuk om jullie verslag te lezen en de kleurrijke en mooie foto's te bekijken.
  4. Peter Vervaat:
    8 april 2013
    Elke keer weer geniet van jullie reisverhaal !
  5. Marietje en Wim:
    16 april 2013
    super verslag,wat een bijzondere belevenissen. Geniet er optimaal van maar zo te lezen doen jullie dit wel,
    liefs Marietje en Wim
  6. Lune Lotte:
    27 april 2013
    Wat leuk dat jullie net zo enthousiast zijn als wij : )
  7. Lune Lotte:
    27 april 2013
    Wat leuk dat jullie net zo enthousiast zijn als wij : )